Jesse Klaver gaf op het partijcongres in Amersfoort zijn eerste speech als lijsttrekker.
Vluchtelingen
Volgende week word ik dertig. Nog steeds een snotneus, zouden sommigen zeggen.
Maar het afgelopen jaar ben ik meer dan één jaar ouder geworden.
Mijn opa zei altijd: als je wat wilt bereiken, dan moet je het voor je dertigste doen.
Opa nam mij van jongs af aan mee naar demonstraties.
Je moet je verzetten tegen onrecht, leerde hij mij.
Neem geen genoegen met de wereld van nu, zei hij altijd.
Jij bent bevoorrecht, hield hij me wel eens streng voor, als ik niet goed genoeg mijn best op school had gedaan. Doe daar wat mee voor anderen.
Opa is op 20 oktober overleden.
Op 6 januari ben ik opnieuw vader geworden.
Ik ben een trotse vader van twee jongens, twee echte snotneuzen.
De foto van Aylan, aangespoeld op het strand;
de Syrische man, die met zijn opa op de rug door de modder van de Balkan loopt;
het vier maanden oude baby’tje, dat in de armen van zijn moeder, met doorweekte kleertjes, een longontsteking probeert te overleven,
ik kan er als politicus niet naar kijken zonder dat ik vader ben,
zonder dat ik de kleinzoon van mijn Opa ben.
Het zijn politieke besluiten die voor deze mensen de grenzen openen of sluiten.
Het zijn politieke beslissingen of je deze mensen opvangt of terugstuurt.
Het zijn politieke keuzes of je de waarden van vluchtelingenverdragen overeind houdt, of gaat marchanderen met mensenrechten.
Openen of sluiten,
Opvangen of terugsturen,
Ogen open of ogen dicht.
Uiteindelijk gaat politiek over mensen.
Niet over stromen en tsunami’s die moeten worden ingedamd;
niet over cijfers en aantallen die omlaag moeten;
niet over berekeningen en voorspellingen die we niet meer aankunnen,
maar over mensen,
over mensen in nood,
over mensen die we moeten helpen,
omdat het opa’s en oma’s zijn.
omdat het vaders en moeders zijn.
Zoals wij dat zijn.
Dat is wat ik heb geleerd van Opa.
Dat is waarom ik politicus ben.
Dat is waarom wij GroenLinkser zijn.
Hoe wij met vluchtelingen omgaan,
hoe we ze beschermen en opvangen,
ik weet dat dit ook voor jullie belangrijke vragen waren de afgelopen tijd, in jullie gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders.
De vluchtelingen komen uit Syrië,
we debatteren over hen in Den Haag,
maar ze worden bij jullie opgevangen,
in jullie wijken, in jullie gemeenschappen.
Dat is een zware klus en ik wil jullie complimenteren voor het werk dat lokaal wordt gedaan.
Jullie houden als GroenLinksers het hoofd koel en weten dat je alleen met je hart politicus kunt zijn, waar dan ook in Nederland.
Ik ben trots op jullie.
Voorgangers
Ik heb hier vaker gestaan, maar nu voor het eerst als fractievoorzitter.
Een klein jaar geleden nam ik het stokje over van Bram.
Het is een eer om te mogen spreken over wat mij drijft,
over wat ons bindt,
over hoe wij Nederland gaan veranderen.
Als er iets is waar wij als partij voor staan, dan is het de overtuiging dat wij verantwoordelijk zijn voor wat we achterlaten aan volgende generaties.
Als er iets is waarin wij geloven, dan is het dat wij het beter moeten doen, omdat wij ons willen verplaatsen in het lot van de ander.
Als er iets is wat wij delen, dan is het de overtuiging dat het beter kan.
Als er iets is waar ik nu trots op ben, dan is het dat ik jullie lijsttrekker mag zijn.
Het is een voorrecht dat ik hier mag spreken na Paul.
Jij hebt ons geleerd dat politiek niet alleen gaat over gelijk hebben, maar om gelijk krijgen.
Ik moet jullie zeggen dat het een bijzonder gevoel is om nu in de schoenen te staan van mijn illustere voorgangers.
Femke, die geknokt heeft voor wat kwetsbaar is.
Jolande, die zich vastbeet in het bereiken van resultaat, een voorbeeld van wilskracht, maar ook van breekbaarheid.
En Bram, lieve, lieve Bram, jij deed ons voor hoe je als aardig mens messcherp in de politiek kan zijn.
Wat fijn dat jullie er zijn vandaag.
Paul, Femke, Jolande en Bram, zij streden tegen de tijdgeest,
tegen het economisme van paars,
tegen de tegenstellingen van Wilders,
tegen een maatschappelijk klimaat van wantrouwen en onzekerheid.
Het is nu 15 jaar na Paars, 10 jaar na de start van Wilders, 5 jaar sinds Rutte premier is.
En wij zijn het beu. Meer dan beu.
15 jaar lang is de politiek bezig geweest met het vergroten van tegenstellingen, tussen Nederlanders en vluchtelingen, tussen flexwerkers en mensen met een vast contract, tussen belasting-ontwijkende multinationals en belasting-betalende burgers.
Een tijd waarin waarden en idealen er niet meer toe leken te doen.
Een tijd waarin economisme en kille cijfers de boventoon voerden.
Een tijd waarin Nederland het zelfvertrouwen verloor.
Wij willen dat veranderen.
Wij gaan dat veranderen.
Wij willen weer trots kunnen zijn op Nederland.
Onderstroom verandert Nederland
En dat is een grote opdracht.
Voor minder doe ik het niet, zei ik een jaar geleden bij het vertrek van Bram.
Nieuw idealisme, nieuwe hoop, daar sta ik voor, maar het komt niet van mij alleen en niet alleen van GroenLinks, het komt uit de samenleving.
Er is een aanzwellende onderstroom die genoeg heeft van Rutte en Wilders,
die genoeg heeft van opgeklopte tegenstellingen,
die genoeg heeft van meer markt, meer financiële prikkels, meer economisme.
Het zijn niet de mensen die het hardste schreeuwen die Nederland veranderen, het is de stille meerderheid die de handen uit de mouwen steekt.
Vier miljoen mensen verlenen mantelzorg. Dat is vaak zwaar werk, maar de meesten doen dat omdat ze het fijn vinden iets voor een ander te kunnen betekenen.
Energie-coöperaties schieten als paddenstoelen uit de grond. Die wachten niet op Den Haag, zij beginnen zelf met schone energie.
Tienduizenden mensen bieden zich aan om vluchtelingen te helpen.
Jongeren verenigen zich voor verhoging van het minimumloon.
Studenten bezetten het Maagdenhuis.
Den Haag is het politieke hoofdtoneel, maar het script voor verandering wordt in de samenleving geschreven.
Den Haag stribbelt tegen, maar de samenleving wil iets anders.
Wij hebben de tijdgeest mee.
We hebben niet alleen gelijk, Paul, wij gaan gelijk krijgen.
Maatschappelijk kruispunt
Het zal niet vanzelf gaan.
We staan op een maatschappelijk kruispunt.
Het wantrouwen in de politiek en het pessimisme in de samenleving is groot.
Dat is mijn conclusie na het Oekraïne-referendum.
Hoe verschillend mensen ook zijn, de tragiek is dat zij allemaal beducht zijn voor de toekomst van hun kinderen, de moslimmoeder uit Rotterdam niet minder dan de bouwvakkervader uit Venlo, de onderwijzer van mijn basisschool in Roosendaal, niet minder dan de hoogleraar aan de universiteit.
Al dertig jaar horen zij het zelfde verhaal, horen zij dat er geen alternatief is.
Al dertig jaar wordt hetzelfde medicijn toegediend: bezuinigen, flexibiliseren, de lonen matigen.
Al dertig jaar worden de vruchten van groei en globalisering geplukt door de elite, onder de palmbomen van het Panamese belastingparadijs, terwijl voor de meerderheid van de Nederlanders de onzekerheid toeneemt.
En dit kabinet doet het niet anders, zegt hetzelfde, zegt: er is geen alternatief, gebruikt hetzelfde medicijn.
En weet u,
als je daar na de bankencrisis en na de economische crisis nog steeds in gelooft, in wat voor universum leef je dan?
Als je na de Panama Papers nog steeds gelooft in de moraal van het grootkapitaal, in wat voor belastingparadijs leef je dan?
Het is nog altijd niet doorgedrongen bij de VVD van Mark Rutte.
We leven niet in een vrije markt, Mark, we delen een samenleving.
Het is het niet gek dat mensen vrezen voor de toekomst van hun kinderen.
Maar dat hoeft niet.
Het kan anders.
Ik heb het eerder gezegd.
We hebben de samenleving zelf gebouwd, steen voor steen, regel voor regel, wet voor wet.
Wat we zelf hebben gebouwd, dat kunnen we zelf veranderen. Dat is hoop.
Het is niet nodig om bevreesd te zijn voor de toekomst. Die toekomst maken we zelf.
Het is niet nodig om bang te zijn dat er straks onvoldoende banen zijn. Die zijn er wel, als we maar de goede keuzes maken.
Het is niet nodig om te vrezen dat de kansen in het onderwijs afnemen. Dat is geen wet, dat is een politieke keuze.
We mogen de moslimmoeder en de bouwvakkervader, de hoogleraar en de onderwijzer, niet uit elkaar laten spelen.
We moeten samen werken aan onze gezamenlijke toekomst.
Daarom wil ik nieuwe afspraken maken met Nederland.
Een Coalitie met de Samenleving,
Een Nieuw maatschappelijk Verdrag,
Een Verbond voor gedeelde Vooruitgang.
Niet bezuinigen, maar investeren.
Geen loonmatiging, maar loonstijging.
Geen flexbanen, maar echte banen.
Dat is onze opdracht.
Dat is de afspraak die we met Nederland maken.
Klaar met de elite, tijd voor de samenleving.
Politiek kruispunt
We staan ook op een politiek kruispunt.
De rechtse ramkoers van VVD en PVV kan alleen met hard werken en taaie volharding worden verlegd naar onze koers.
Naar een koers van compassie en het overbruggen van tegenstellingen,
Naar een koers voor een vriendelijker Nederland, een socialer Nederland, een land waar we niet tegen elkaar schreeuwen, maar met elkaar praten.
Naar een koers op het kompas van nieuwe solidariteit en gemeenschapszin, die mensen hernieuwd vertrouwen in de toekomst geeft.
Naar een groene koers,
een linkse koers,
een sociale koers,
een koers,
waar de samenleving naar verlangt,
waar ik voor sta,
en die wij als GroenLinks gaan bieden.
Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat de ongelijkheid zal blijven toenemen als we belastingontwijking niet onmogelijk maken.
Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat als de fossiele industrie aan de touwtjes blijft trekken, het te langzaam gaat met de aanpak van klimaatverandering.
Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat als Wilders verdeeldheid blijft zaaien, we als samenleving achteruit gaan.
Als Rutte en Wilders volgend jaar winnen,
dan verliest Nederland.
Dan wint een politiek die tegenstellingen aanwakkert, het van een politiek die verbinding zoekt.
Dan wint een politieke stijl die slechts vraagt wat er kan, niet doet wat er nodig is.
Dan wint de angst het van de hoop, de status quo van vernieuwing, de hebzucht van eerlijk delen.
Dat is wat er op het spel staat.
Dat is waarom wij moeten winnen.
En dat is waarom ik jullie nodig heb.
Stel je voor
Als wij winnen, dan geven wij macht aan nieuwe verbeelding.
Dan kunnen wij wissels omzetten, de koers verleggen.
Het is niet moeilijk om je voor te stellen hoe dat er dan uit ziet.
Stel je voor, geen kolencentrales, maar een Klimaatwet die organisaties en bedrijven gaat helpen om de omslag naar schone energie te maken.
Gisteren zetten de wereldleiders hun handtekening onder het Klimaatakkoord van Parijs.
Ik beloof jullie dit: ik ga de Klimaatwet met Diederik Samsom aan een meerderheid helpen.
Stel je voor, geen verdere flexibilisering op de arbeidsmarkt, maar nieuwe solidariteit die ZZP-ers verzekert tegen pech en werknemers een fatsoenlijk inkomen en werkzekerheid biedt.
Stel je voor, dat we niet meer bezuinigen, omdat de financiële elite dat vraagt, maar investeren in onderwijs en werk omdat mensen dat nodig hebben.
Stel je voor dat we over tien jaar ons inkomen verdienen in een economie die werkt voor ons allemaal, niet alleen voor frauderende Panama-parasieten en bonus-beluste bankiers.
Stel je dat eens voor.
Stel je voor, dat het politieke script niet meer geschreven wordt door de lobbyisten van het grootbedrijf,
dat de mythen van het economisme niet meer de argumenten voor de status quo zijn,
dat de valse beloften van Mark Rutte en Geert Wilders niet meer de koers bepalen, maar onze waarden en idealen.
Dan kunnen wij de bondgenoot zijn van progressieve en groene ondernemers.
Dan kunnen wij de inspiratie zijn voor de vrijwilligers van maatschappelijke organisaties.
Dan kunnen wij de verbinding zijn tussen de moslimmoeder en de bouwvakkervader, de onderwijzer en de hoogleraar.
Dan kunnen wij de stem zijn van al die teleurgestelde progressieve kiezers die het nieuwe idealisme een kans willen geven.
Dan kunnen wij het motorblok zijn van een nieuw kabinet.
De aanjagers van verandering.
Het kompas voor een nieuwe koers.
Het kan wel
Het kan niet.
Hoe vaak heb ik dat niet gehoord?
Het kan niet.
Jij kunt niet studeren, werd er op mijn VMBO-school gezegd.
Hoeveel jongeren krijgen vandaag de dag hetzelfde te horen?
Het kan niet.
Als ik Opa boos wilde maken, moest ik dat zeggen.
Als Opa dat tegen mij had gezegd - het kan niet - dan had ik hier niet gestaan.
Als Opa geen vertrouwen in mij had gehad, dan had ik wellicht met minder genoegen genomen.
Er is iets mis als we de talenten van jongeren verspillen.
Er gaat iets verkeerd als jongeren hun dromen niet kunnen najagen.
Er gaat iets grondig fout als afkomst bepaalt welke opleiding je gaat doen.
Daar heb ik zelf geen genoegen mee genomen.
Daar mogen wij als samenleving geen genoegen mee nemen.
Niets is onmogelijk, zei Opa, als ik wel eens twijfelde, als je maar hard genoeg werkt, dan kan het wel.
Als ons onderwijs tegen jongeren zegt, dat kan niet, dan moeten we het onderwijs veranderen.
Als de politiek dat tegen jongeren zegt, dan moeten we de politiek veranderen.
Als Nederland dat tegen jongeren zegt, dan gaan we Nederland veranderen.
En Nederland wil dat.
Ons land snakt naar verandering.
Onze samenleving wil een nieuwe koers.
Omdat het beter kan.
Omdat het beter moet.
Omdat het tijd is voor verandering.